Om mijn gedachten af te leiden van alles wat ik die dag had gezien, keek ik voor het slapen gaan nog een serie samen met mijn vrouw in bed. Zodra de lichten uit gingen, en ik mijn ogen dicht deed kwamen de beelden weer terug. Ik kreeg het benauwd en moest tot tien tellen om te kalmeren. Mijn vrouw ging slapen, ik zette de tablet weer aan om een film te kijken.
Het was ook niet niks wat ik had opgeruimd. Urenlang was ik bezig geweest een slaapkamer weer proper te krijgen na een lijkvinding. De overledene, een forse, zwaarlijvige man van begin zestig; had een jaar dood op zijn slaapkamervloer gelegen.
Toen we ’s ochtends bij het imposante herenhuis aankwamen, stond een jeugdvriend van de overledene ons op te wachten. Bij binnenkomst was er direct een sterke lijklucht te ruiken. Ik liep de trap op naar de eerste verdieping.
Halverwege de eerste verdieping stond er een gigantisch antieken houten standbeeld van Ganesha (de Hindoe god met het olifantenhoofd) tussen twee Romeinse zuilen in. Het standbeeld was uit één stuk hout gehakt, ongeveer drie meter hoog, en bevatte duizenden minuscule details.
Op de eerste verdieping bevond zich de slaapkamer waar het overlijden had plaatsgevonden. Ook was er een enorme inloopkast-achtige ruimte, met een grote en suite badkamer. In het midden van de slaapkamer stond een kingsize futonbed. De hoek van het bed en matras was zwart en donkerrood uitgeslagen van het lijkvocht.
Direct naast het bed was de lichaamsafdruk van de overledene in de parketvloer geëtst. Tropisch hardhout, zeer exclusief en prijzig. Om de afdruk heen bevond zich een dikke, geleiachtige drab in verschillende kleuren. Vet, bloed, lijkvocht en andere lichaamsvloeistoffen. Op de plek waar het hoofd had gelegen zaten de haren vastgeplakt aan de vloer.
Om de lichaamsafdruk heen lag het bezaaid met afval, boeken, lege sigarendozen en hetzelfde soort antiek als het Ganesha standbeeld dat ik enkele momenten eerder was gepasseerd. De meneer die ons had binnengelaten vertelde dat de vervuiling een mentale weerspiegeling was van zijn overleden vriend. Hij was jaren manisch depressief, en had hierdoor zijn huishouden sterk laten verslonzen.
Het eerste wat ik deed was de enorme raampartijen openen om de ammoniaklucht uit te drijven. Hierna kleedden we ons beiden om. De omvang van de verontreiniging was niet duidelijk te zien door alle kleding en rommel op en rondom de plek van overlijden. Ik begon het afval stuk-voor-stuk op te rapen en in zakken te doen.
Hierna kon ik het matras opruimen, en het bed rechtop tegen de muur aanzetten. Dit creëerde direct veel meer beweegruimte, waarna ik ook andere grote meubelstukken kon verplaatsen totdat enkel een kale vloer overbleef met de geleiachtige drab.
Wanneer ik een stuk probeerde af te steken, bleef het aan mijn schraper plakken als teer. Sommige gedeeltes waren weer keihard. Zo hard zelfs dat ik deze eerst moet laten inweken met verschillende chemicaliën om ze überhaupt los te krijgen. Andere stukken moest ik weer op handen en knieën afschrapen omdat ik met de grote steelschraper niet genoeg kracht kon zetten. Ik moest de vloer in totaal acht keer behandelen om deze ‘schoon’ te krijgen.
Ik schrijf ‘schoon’ omdat de vloer natuurlijk nooit echt schoon kon worden. Alle lichaamsvloeistoffen waren erin getrokken. Echter was het verzoek vanuit de opdrachtgever om de vloer niet zomaar uit te slopen. Dit zou gebeuren door het bedrijf dat de vloer oorspronkelijk had gelegd, waarna deze vervangen kon worden met nieuwe planken. Ik moest hierdoor extra voorzorgsmaatregelen nemen om te verzekeren dat het vloerenbedrijf later niet geconfronteerd zou worden met mogelijke ziekteverwekkers op of onder de parketvloer.
Na flink wat uren hard zwoegen zat het er eindelijk op. Alle rotzooi was weg, als ook de verontreiniging van het lichaam zelf. Toen ik mijn beschermde overall uittrok zag ik dat mijn kleding zeiknat was van het zweet. De snikhete zon had gedurende de gehele opdracht direct op de kamer geschenen door de enorme raampartijen heen.
Achteraf was er tijd voor een gesprek met de opdrachtgever. Hij uitte zijn respect voor onze professionaliteit en harde werken, waarna we aan de praat raakten. Zijn overleden vriend was een levensgenieter en wereldreiziger in zijn beste dagen, maar de laatste jaren gleed hij weg in donkerte en afzondering. Er kwam geen antwoord meer op e-mails of telefoons. Hij leidde een eenzaam bestaan in zijn statige herenhuis waar hij zich van de buitenwereld had afgesloten.
Omdat hij soms voor lange periodes in het buitenland zat kregen de buren nooit argwaan. Hij had verre familie en vrienden, maar die zag hij nog zelden. Gedurende zijn leven had hij nooit hoeven werken. Zijn vader was een zeer vermogend man geweest, die alles aan zijn zoon had achtergelaten.
Zijn uitlaatklep vond hij in vrijwilligerswerk. Hij was dan ook een graag geziene vrijwilliger bij een leefgemeenschap voor mensen met een mentale beperking. Vanaf kinds af aan kon hij zich soms volledig terugtrekken. Zo is hij uiteindelijk ook gestorven.
Over Tuğrul
Tuğrul Çirakoğlu is een Nederlands ondernemer, columnist, schrijver, spreker en vlogger van Turkse afkomst. Momenteel is hij directeur van Frisse Kater BV en woont en werkt in Amsterdam. Tuğrul was van januari 2021 tot december 2022 columnist voor Het Parool met een wekelijkse column in PS Het Parool.
Geef een reactie