‘S ochtends vroeg kwam het verzoek binnen om met spoed een woning (gedeeltelijk) te ontruimen. Er is een stoffelijk overschot aangetroffen. Het lichaam kan echter niet worden afgevoerd omdat de woning bomvol staat met spullen. Aan ons de taak om hier iets aan te doen.
Twee uur later staan we voor de woning. Er staat een bus van de forensische opsporing voor de deur. Vreemd? Hier was niks over verteld. Het blijkt iets complexer te zijn dan initieel doorgegeven. Ja, het is een onopgemerkt overlijden maar technisch gezien ook nog een plaats delict.
Er zijn geen directe redenen om te vermoeden dat er een dodelijk misdrijf heeft plaatsgevonden, maar het kan ook niet met zekerheid worden uitgesloten. Simpelweg omdat er nog geen onderzoek heeft plaatsgevonden. Er staat hiervoor te veel afval in de woning.
We krijgen instructie om enkel het hoognodige te verwijderen zodat er een looppad naar het stoffelijk overschot toe gecreëerd kan worden. De forensisch specialisten zullen de woning eerst binnentreden om alles vast te leggen d.m.v. foto’s. Hierna mogen wij beginnen met opruimen.
Eenmaal binnen zucht ik stilletjes. ‘Staat het vol tot aan het plafond’ vroeg ik ’s ochtends nog via de telefoon. ‘Nee, zo erg is het niet’ werd er gezegd. Zo erg is het dus wel. De gehele woning staat vol met afval tot aan het plafond. Gelukkig heb ik voldoende vuilniszakken meegenomen.
Het lijkt op een levensgrote Jenga puzzel. Je hoeft maar één verkeerde beweging te maken om een van de bergen met afval naar beneden te doen storten. Wanneer we bij de trap zijn aangekomen besluit ik een kijk te gaan nemen op de eerste verdieping.
Dit is de verdieping waar de bewoner is overleden. In de slaapkamer op bed. Ik heb geen intentie om het stoffelijk overschot te zien maar wil enkel inschatten hoeveel werk er boven nog verzet moet worden. Het is warm en benauwd in de woning. Ik wil daarom tempo maken.
Voorzichtig gluur ik rond. Troep, troep en nog meer troep. Plots zie ik een arm en voor ik het weet staar ik de overledene recht in het gezicht aan. Mijn hart begint te bonken van de schrik. Alsof ik iets gezien heb dat ik eigenlijk niet had moeten zien.
Ik draai mij om en loop naar beneden toe. ‘Kunnen jullie een doek over het lichaam heen leggen?’ vraag ik aan een van de forensisch specialisten. Enkele minuten later sta ik weer boven. Ditmaal is het lichaam afgedekt.
Naast het lichaam staat een grote emmer vol met een stinkende vloeistof, vermoedelijk urine. Ernaast staan kleinere bakjes en flesjes gevuld met dezelfde vieze vloeistof. De kamer is een grote puinhoop. Het is er snikheet. Geen enkel raam kan open en de zon staat al urenlang volop het slaapkamerraam. Ik voel het zweet over mijn rug lopen.
Terwijl ik de ene na de andere zak met afval vul ligt de overledene nog steeds naast mij. Ik weet dat de persoon dood is, maar toch voelt het niet zo. Alsof ieder moment de schreeuw om hulp kan komen waarna ik stevig wordt vastgegrepen.
Als ik einde middag thuis kom begint mijn zoon hard te schreeuwen van blijdschap. Hij slaat op de vloer met zijn handen en zijn grote, bruine pretogen lichten op. Papa is eindelijk weer thuis. Het hoogtepunt van zijn dag.
Ik kijk naar zijn onschuldige gezichtje en voel een intens verdriet. Het gezicht dat ik enkele uren geleden zag was ook ooit zo jong en onschuldig. Hoe is het allemaal zo geëindigd?
Over Tuğrul
Tuğrul Çirakoğlu is een Nederlands ondernemer, columnist, schrijver, spreker en vlogger van Turkse afkomst. Momenteel is hij directeur van Frisse Kater BV en woont en werkt in Amsterdam. Tuğrul was van januari 2021 tot december 2022 columnist voor Het Parool met een wekelijkse column in PS Het Parool.
Anna P. zegt
Heftig zeg. Goed gedaan. Hopelijk kan je het zien van het lichaam een plekje geven, dat lijkt me erg heftig.
Nea zegt
Pffff voor de zo veelste x krijg ik kippenvel van je prachtige waarderende verhalen,,,,,,
Esther zegt
Respect voor t werk wat jullie doen, respectvol, en soms ook met humor, anders red je t niet@🙏