Terwijl ik de afvalvaten gevuld met menselijke restanten naar buiten tilde werd ik plotseling gegroet. ‘Dag Meneer de Koekepeer’ zei een oudere meneer terwijl hij de trap van de galerij kwam aflopen.
‘Koekepeer? Huh, wat zegt u nou?’ antwoorde ik. ‘Ja, dat is een manier van groeten die vroeger veel gebruikt werd,’ zei de man met de excentrieke snor die aan beide kanten naar boven krulde.
‘Gaat mijn buurman verhuizen?’ vroeg hij. ‘Ja, zoiets’ zei ik, ‘we ruimen zijn woning leeg.’ Hij gaf aan zijn buurman goed te kennen. ‘Hij is al een tijd geleden overleden’ zei ik op droge toon. Zijn gezicht trok wit weg.
‘Wat voor man was uw buurman eigenlijk?’ Nog voordat ik mijn zin kon afmaken gaf hij aan geen tijd te hebben en wees naar zijn boodschappentas. ‘Ik moet gaan, doei!’ en hij raasde de trap af. ‘Nou, van je buren moet je het hebben’ mompelde ik tegen mijn collega.
De bewoner, een man van middelbare leeftijd, was op de woonkamervloer overleden. Hij was volledig leeggelopen. Bijna de gehele woonkamervloer zat bedekt onder een natte, dikke laag lichaamsvloeistoffen.
Aanvankelijk werd de melding opgepakt door de politie. Die zijn (bijna) altijd als eerste ter plaatse. Omdat de overledene geen nabestaanden leek te hebben, werd de gemeente gealarmeerd. Hierna werd de woning afgesloten en in vervuilde staat achtergelaten.
Medewerkers van de gemeente zouden later de woning bezoeken, om op zoek te gaan naar persoonlijke documenten waaruit zij mogelijke nabestaanden kunnen traceren. Eenmaal gearriveerd schrokken zijn van de staat van de woning.
Waarom was de woning zo achtergelaten? De overledene was al bijna een week geleden uit de woning verwijderd. Dit was toch niet normaal. Hierop nam een medewerkster van de gemeente contact op met de woningcorporatie. Die bleek nergens van op de hoogte te zijn, en nam direct contact met ons op om een afspraak in te plannen voor het reinigen van de woning.
Na het afronden van de reinigingswerkzaamheden bleef ik nog lang zitten met een knoop in mijn maag. In Nederland klotst het geld tegen de plinten. Het ene na het andere rijksproject wordt uit de grond gestampt. Subsidies zijn er in overvloed. De Nederlandse overheid incasseerde in 2022 bijna 370 miljard euro aan belastingen.
Ondanks al het geld dat binnenkomt, en alle briljante koppen die iedere dag ons land besturen, is er nog steeds niks geregeld voor mensen die op zulke tragische wijze komen te overlijden. Na bijna tien jaar hiervoor aandacht te hebben getrokken via columns, tv-programma’s, interviews, vlogs en een boek zitten we nog steeds in dezelfde situatie.
Je sterft alleen, en vervolgens moeten nabestaanden, als die er zijn, uitzoeken wie je restanten gaat opruimen. Als nabestaanden geen geld hebben voor de schoonmaak, moeten ze zelf op handen en knieën de aangekoekte bloedrestanten opkuisen. Er is nog steeds geen centraal orgaan waar men (financiële) ondersteuning kan krijgen.
Ik heb nooit een carrière in de politiek geambieerd. Maar misschien wordt het tijd dat Nederland een minister van menselijke waardigheid krijgt die dit soort problemen gaat aanpakken.
Ik houd me aanbevolen voor de functie.
Over Tuğrul
Tuğrul Çirakoğlu is een Nederlands ondernemer, columnist, schrijver, spreker en vlogger van Turkse afkomst. Momenteel is hij directeur van Frisse Kater BV en woont en werkt in Amsterdam. Tuğrul was van januari 2021 tot december 2022 columnist voor Het Parool met een wekelijkse column in PS Het Parool.
Geef een reactie