Bij het eerste fysieke klantcontact zijn mensen vaak timide. Er is veel schaamte over de woonsituatie. Het is dan ook niet vreemd dat het minuten, soms zelfs uren duurt voordat iemand zich hier overheen kan zetten.
Maar bij haar was er geen spoor van nervositeit. Ze was zichtbaar blij met onze komst en bood ons direct drinken en wat lekkers aan. De hele dag werd er gelachen en gepraat, terwijl wij de woning onder handen namen. Ze genoot zichtbaar van de reuring.
Halverwege de dag vertelde ze over haar eenzaamheid. Ze was al op leeftijd, en kreeg nooit bezoek. Na het breken van haar heup waren ook de uitstapjes naar buiten gestopt. Het lukte haar gewoonweg niet meer. Hulp in huis kreeg ze niet.
In de achterste kamer viel mijn oog op een ingelijste foto. Zij stond erop, jonger, met een man aan haar zijde.
“Dat is mijn ex-man,” zei ze glimlachend. “Is hij overleden?” vroeg ik. “Nee,” antwoordde ze, “we zijn uit elkaar gegaan.”
Ze waren bijna dertig jaar samen geweest. Een deel daarvan als stel, een groot deel als echtgenoten. Er was geen ruzie, geen breekpunt. “We hadden er gewoon geen zin meer in,” zei ze.
Na hun scheiding bleven ze allebei alleen. Toch kwamen ze wekelijks bij elkaar over de vloer, soms zelfs meerdere malen per week. Gewoon om te eten, te praten. Tot hij iemand anders ontmoette en opnieuw trouwde. Zij bleef alleen achter.
Door het gebrek aan zorg was ze uitgemergeld. Breekbaar. Alsof ze elk moment kon verdwijnen. Familie had ze wel, maar niemand wilde nog contact. Waarom, dat werd me niet duidelijk. Ze was een warme, zachtaardige vrouw.
Toen we klaar waren met ons werk, bleef ze aandringen of we niet nog even wilden blijven. “Blijf alsjeblieft wat eten of drinken,” vroeg ze. We legden uit dat we nog een lange rit voor de boeg hadden, en dat het helaas niet ging.
Toen alles in de auto geladen was en we afscheid hadden genomen, bleven we nog even zitten omdat ik een telefoontje van een klant kreeg.
“Ze staat er nog,” zei mijn collega zacht.
Ik keek op. Daar stond ze. Voor het raam. Hand tegen het glas. Niet zwaaiend. Niet wenkend. Gewoon… daar. Alsof ze hoopte dat we terug de woning in zouden lopen.
Op dat moment besefte ik: ons werk gaat niet alleen over schoonmaken of herstellen. Soms zijn wij de enigen die nog langskomen. En in die paar uur zijn we niet alleen vakmensen, maar ook getuigen van levens die langzaam uit beeld verdwijnen.
We reden weg. In de achteruitkijkspiegel zag ik hoe ze langzaam het gordijn dichttrok. Alsof ze een hoofdstuk sloot dat maar héél even was opengegaan.
En ik kon alleen maar hopen… dat er binnenkort iemand bij haar aanbelt. Niet om iets te maken. Niet om iets te regelen. Maar gewoon — om er te zijn.

Over Tuğrul
Tuğrul Çirakoğlu is een Nederlands ondernemer, columnist, schrijver, spreker en vlogger van Turkse afkomst. Momenteel is hij directeur van Frisse Kater BV en woont en werkt in Amsterdam. Tuğrul was van januari 2021 tot december 2022 columnist voor Het Parool met een wekelijkse column in PS Het Parool.
Je een gevoelsmens,je bent een harde werker,je doet waar een ander z’n neus voor optrekt en z’n handen er ver van vandaan houdt,zo ben jij niet,je bent geboren om goed te doen en dan laat je nu ook nog even zien dat je kan schrijver,wonderlijk mens ben je echt,mijn respect heb je volledig.